CO2-brandblussers, ook wel koolzuursneeuwblussers genoemd, zijn een beetje een vreemde eend in de bijt. Ze behoren standaard niet tot de basisbeveiliging. Toch is het een erg belangrijke groep brandblussers. Ze worden immers erg vaak ingezet als objectbescherming, of als vrijblijvende extra beveiliging.
In veel situaties met objectbescherming ben je wettelijk verplicht om een CO2-brandblusser te gebruiken. Dat is bijvoorbeeld het geval bij:
- Horeca-keukens
- Elektrische schakelkasten
- Verfspuitcabines
- Lascabines
- Computer- en serverruimtes
De CO2-brandblusser dient dan om specifiek dat risico te beveiligen, op zo'n manier dat er geen nevenschade veroorzaakt wordt. CO2-brandblussers hebben immers als groot voordeel dat ze geen nevenschade veroorzaken. Dit in tegenstelling tot schuimbrandblussers en poederbrandblussers, waar de nevenschade respectievelijk beperkt (maar aanwezig) en groot is.
Net omwille van die afwezigheid van nevenschade zijn CO2-brandblussers ook bij uitstek dé blussers die je gebruikt als je je extra wil beschermen bovenop de vereiste wettelijke beveiliging. Je kan ze bijvoorbeeld plaatsen daar waar je écht geen nevenschade wil, zoals een belangrijk archief, of in de buurt van waardevolle voorwerpen.
CO2-brandblussers hebben echter ook nadelen. Zo kan CO2 verstikkend werken. Je mag koolzuursneeuwblussers dan ook niet gebruiken in erg kleine ruimtes:
- Een 5kg CO2-brandblusser mag je gebruiken in een ruimte die ten minste 60m³ volume heeft
- Een 2kg CO2-brandblusser mag je gebruiken in een ruimte die ten minste 25m³ volume heeft
Daarnaast mag je ook nooit met een CO2-brandblusser rechtstreeks op mensen (of jezelf) spuiten. Het CO2 dat uit de blusser komt heeft een temperatuur van -80°C en je riskeert er hierdoor (een beetje ironisch) brandwonden mee op te lopen.