De brandbeveiligingsvereisten van gebouwen die voor kinderopvang gebruikt worden, zowel kleinschalig als grootschalig, door de Vlaamse overheid gereguleerd. De meest recente versie kan je terugvinden in het Besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2008 (BS 21 november 2008) houdende de normen voor de preventie van brand in de voorzieningen voor kinderopvang.
Wat brandpreventie betreft dient er een tweeledig onderscheid gemaakt te worden. Kinderopvang die aangesloten is bij Kind en Gezin en zij die niet bij Kind en Gezin aangesloten zijn, en anderzijds tussen de grootte (kleine voorziening: 9 tot 25 kinderen – middelgrote voorziening: 26 tot 50 kinderen – grote voorziening: vanaf 51 kinderen).
Hoe groter de kinderopvang, hoe meer er gecoördineerd zal moeten worden met de brandweer zelf om aan de nodige vereisten te kunnen voldoen, aangezien er geen algemene regelgeving voor zulke gevallen bestaat. Raadpleeg dus bij voorkeur de lokale brandweer bij twijfel.
Afgezien van de specifieke regels voor kinderopvang, moeten deze gebouwen ook gewoon voldoen aan de federale normen. Dat houdt in dat er:
- Minstens een brandmelder aanwezig moet zijn per verdieping die voor iedereen hoorbaar moet zijn (maar op basis van dat criterium zijn er vaak meerdere – liefst gekoppeld - aangewezen)
- Een bluseenheid per 150m² en per verdieping. Een bluseenheid is een schuimbrandblusser van 6l of een poederbrandblusser van 6kg. Je leest hier meer over in ons artikel Hoeveel en welke bluseenheden/brandblussers heb ik nodig voor professioneel gebruik en appartementen?
- Ook aanduidingen voor brandblussers en (nood)uitgangen zijn verplicht.
Opgelet: indien het om een voorziening met nachtopvang gaat, is sowieso een complete branddetectie-installatie verplicht!
Wat is aanbevolen?
Voor de keuken:
Voor de speelruimte:
Voor de slaapruimte: