Er zijn verschillende soorten branddetectiesystemen. Dit staat beschreven in de NBN-S21-100 norm. Er is een onderverdeling op basis van het bewakingsniveau:
- Type totale bewaking: bewaking van alle onderdelen van een gebouw;
- Type gedeeltelijke bewaking: bewaking van één of meerde brandcompartimenten;
- Type bewaking van de evacuatieroutes: beperkte bewaking die het gebruik van de evancuatieroutes verzekert voor deze ingenomen worde door rook en vuur;
- Type lokale bewaking: bewaking van een uitrusting of een specifieke functie van een gebouw (andere dan een evacuatieweg) die niet noodzakelijk een volledig brandcompartiment dekt;
- Type bewaking van apparatuur: bewaking van een specifiek apparaat of uitrusting;
- Type niet-automatische bewaking: bewaking met handbrandmelder.
Dan is er nog een onderscheid in de wijze dat de centrale is opgesteld:
- Conventioneel: meldt dat er brand is in een bepaalde zone, geen specifieke detectie mogelijk
- Analoog - adresseerbaar: elke detector is afzonderlijk herkenbaar, detectie kan specifiek gebeuren
Lees het artikel "Wat is het verschil tussen een conventionele en een adresseerbare brandmeldcentrale" voor meer informatie.