Het kalibreren van de EnviSense CO2 monitor wordt op de volgende manier uitgevoerd:
- Laat de EnviSense minimaal 20 minuten in een open raam of buiten staan en zorg dat de getoonde CO2 waarde stabiel is.
- Ga naar het menu en selecteer “CALI".
- Wanneer er op het display “400 ppm” staat, drukt u 3 seconden op de enter toets totdat u een geluidssignaal hoort.
- Op het display wordt er nu afgeteld van 250 naar 0.
- Nadat er is afgeteld, is het apparaat gekalibreerd op een buitenlucht van 400 ppm.
- Laat de EnviSense nog minimaal 10 minuten op dezelfde plek in de buitenlucht staan.
De EnviSense is nu klaar voor gebruik. Het apparaat hoeft niet opnieuw gekalibreerd te worden wanneer hij uit- en aangezet wordt.
Hoe werkt de automatische kalibratie van de EnviSense CO2-meter?
De EnviSense CO2-meter beschikt over Automatic Baseline Correction (ABC). Dit betekent dat de EnviSense zichzelf kalibreert tot de juiste waarden. Wanneer het apparaat aanstaat, meet hij de laagste waarde over een bepaalde tijd. De laagste waarde zal meestal voorkomen wanneer er geen mensen aanwezig zijn en er dus een CO2 hoeveelheid in de lucht zit die vergelijkbaar is met de buitenlucht.
Gedurende een periode van 7 dagen past hij het nulpunt (400 ppm) in de EnviSense elke keer aan naar de laagst gemeten waarde. Dit neemt hij aan als zijnde 400 ppm CO2 wat een normale waarde is voor de buitenlucht. Hierdoor wordt het apparaat slimmer en zal hij beter kunnen aangeven wanneer het nodig is om te ventileren.
De EnviSense onthoudt deze waarde ook als de stroom even onderbroken wordt. Daardoor is het geen probleem om bijvoorbeeld de EnviSense te verplaatsen binnenshuis.